Een batterijgreep gebruiken

De batterijgreep BG-R10 is een optionele camera-accessoire die de camera van twee accu's kan voorzien en is uitgerust met knoppen en instelwielen voor verticale opnamen.

  1. Verwijder de afdekkleppen van de contacten.

    • Verwijder de afdekkleppen van de contacten (1) en (2) op de batterijgreep.
    • Bevestig de afdekklep van de contacten van de batterijgreep (1) op (2) om hem op te slaan.
  2. Verwijder het accucompartimentklepje.

    • Schakel de camera uit voordat u de accu verwijdert.
    • Verwijder het accucompartimentklepje uit de camera.
    • Bevestig het klepje op de batterijgreep.
    • Om het klepje te verwijderen, verschuift u de hendel om hem vrij te geven, waarna u de bevestigingsprocedure in omgekeerde volgorde uitvoert.
  3. De batterijgreep bevestigen en vergrendelen.

    • Steek de batterijgreep in de camera en draai aan het ontspanwiel om de batterijgreep te vergrendelen.
  4. Verwijder het batterijmagazijn.

Waarschuwing

  • Bij het weer bevestigen van het accucompartimentklepje op de camera, moet u dit geopend bevestigen onder minstens 90°.
  • Raak de camera of batterijgreepcontactpunten niet aan.

Accu's plaatsen

  1. Plaats de accu's.

    • Plaats de accu's zoals weergegeven.
    • Als slechts één accu wordt gebruikt, kan deze in elke positie worden geplaatst.
    • Druk in de richting van de pijlen om de accu's vast te zetten tot ze op hun plaats klikken.
    • Druk de hendel van het batterijmagazijn in de richting van de pijl om de accu's te verwijderen.
  2. Bevestig het batterijmagazijn.

    • Steek het batterijmagazijn helemaal naar binnen om het vast te zetten.

Waarschuwing

  • Zorg er bij het plaatsen van accu's voor dat de elektrische contacten schoon zijn. Veeg eventueel vuil met een zachte doek van de contacten.
  • Plaats de accu's nadat de batterijgreep op de camera is bevestigd. Als de batterijgreep op de camera is bevestigd terwijl de accu's reeds zijn geplaatst, kan dit een correcte weergave van het accuniveau voorkomen.
  • Schakel de camera uit en verwijder de accu's voordat u de batterijgreep verwijdert.
  • Bevestig de beschermdeksels voor de contactpunten van de camera en de batterijgreep nadat u de batterijgreep hebt verwijderd. Als de batterijgreep gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de accu's verwijderen.
  • Als voor de accu een communicatiefoutmelding wordt weergegeven terwijl een batterijgreep is bevestigd, volgt u de aanwijzingen in het bericht. Als de camera stroom verliest, moet u het batterijmagazijn opnieuw plaatsen en de camera opnieuw starten.

Een gewoon stopcontact gebruiken

  1. Bevestig de DC-koppeling.

    • Bevestig DC-koppeling DR-E6 (apart verkrijgbaar) op dezelfde manier als de accu's.
    • Steek het koord van de DC-koppeling door de koordgroef van het batterijmagazijn.
    • Steek het batterijmagazijn helemaal naar binnen om het vast te zetten.
  2. Bevestig het batterijmagazijn.

    • Laat het einde van het koord uit de koordopening komen.
  3. Sluit de DC-koppeling aan op de AC-adapter.

    • Steek de stekker van de DC-koppeling goed in de aansluiting van de AC-adapter AC-E6N (apart verkrijgbaar).
  4. Sluit het netsnoer aan.

    • Sluit het netsnoer aan op de AC-adapter en steek de stekker in het stopcontact.

Waarschuwing

  • Wanneer de camera is ingeschakeld, mag u het netsnoer en de aansluiting niet aansluiten of loskoppelen en het batterijmagazijn niet verwijderen.
  • Voorkom dat het koord van de DC-koppeling tussen de batterijgreep en het batterijmagazijn klem komt te zitten.

Handelingen van knoppen en instelwielen

  • Om de knoppen en instelwielen te gebruiken, draait u de ON/OFF-schakelaar voor verticaal fotograferen (4) naar ON.
  • De knoppen en instelwielen worden op dezelfde manier gebruikt als de overeenkomstige knoppen en instelwielen op de camera.
  1. (1) Ontspanknop
  2. (2) Multifunctie Multifunctieknop
  3. (3)Hoofdinstelwiel Hoofdinstelwiel
  4. (4) ON/OFF-schakelaar voor verticaal fotograferen
  5. (5) Multicontroller Multicontroller
  1. (6) Vergroten of verkleinen Knop Vergroten/Verkleinen
  2. (7) AF-puntselectie AF-puntselectieknop
  3. (8) AE-vergrendeling Knop voor AE-vergrendeling/FE-vergrendeling
  4. (9) AF-start AF-startknop
  5. (10) Snelinstelwiel 2 Snelinstelwiel 2

Een USB-voedingsadapter gebruiken om de camera op te laden/van stroom te voorzien

Met de USB-voedingsadapter PD-E1 kunt u de accu LP-E6P, LP-E6NH of LP-E6N opladen zonder deze uit de batterijgreep te verwijderen. U kunt er de camera ook mee van stroom voorzien.

Waarschuwing

  • LP-E6P, LP-E6NH en LP-E6N kunnen tegelijk worden geladen.
  • U kunt ook één LP-E6P-, LP-E6NH- of LP-E6N-accu tegelijk laden.
  • LP-E6 kan op deze manier niet worden geladen. Als er zowel een LP-E6 als een oplaadbare accu is bevestigd, worden ze geen van beide opgeladen.
  • De accu wordt niet opgeladen als er een LP-E6P, LP-E6NH of LP-E6N is geplaatst terwijl de DC-koppeling DR-E6 is aangesloten.
  • Tevens stopt het laden als u de camera bedient.
  • Wanneer accu's leeg zijn, laadt de adapter deze op. In dit geval wordt de camera niet van stroom voorzien.

Opladen

  1. Sluit de USB-voedingsadapter aan.

    • Steek met de aan-uitschakelaar van de camera op Uitschakelen de connector van de USB-voedingsadapter volledig in de digital-aansluiting van de camera.
  2. Laad de accu op.

    • Sluit het netsnoer aan op de USB-voedingsadapter en steek het andere einde in een stopcontact.
    • Het opladen begint en het laadlampje licht op.
    • Op het LCD-paneel wordt [Bezig met opladen] weergegeven.
    • Na afloop van het opladen dooft het laadlampje.

Stroom wordt geleverd

Als u de camera van stroom wilt voorzien zonder accu's op te laden, stelt u de aan-uitschakelaar in op Inschakelen.

[Stroom wordt geleverd] wordt weergegeven op het LCD-paneel en de camera terwijl de camera van stroom wordt voorzien.

Als u de camera niet meer van stroom wilt voorzien maar u wilt deze opladen, stelt u de aan-uitschakelaar in op Uitschakelen.

Waarschuwing

  • Laad de accu niet langer dan 24 uur achtereen op, om deze te beschermen en in goede staat te houden.
  • Als het laadlampje niet oplicht of er treedt een probleem op tijdens het opladen (het laadlampje knippert), koppelt u het netsnoer los, plaatst u de accu opnieuw en wacht u enkele minuten voordat u de kabel opnieuw aansluit. Breng de camera naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het probleem zich blijft voordoen.
  • De vereiste oplaadtijd en de geladen hoeveelheid verschillen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende capaciteit.
  • Omwille van veiligheidsredenen duurt het opladen langer bij lage temperaturen.
  • Het resterend accuniveau kan afnemen als er stroom wordt geleverd aan de camera. Gebruik een volledig opgeladen accu wanneer u opnamen maakt op regelmatige tijdstippen om te voorkomen dat de accustroom te laag wordt.