Mapinstellingen

U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de vastgelegde beelden worden opgeslagen. U kunt ook de naam van mappen wijzigen.

Een map maken

  1. Selecteer [Instellen: Opn.functie+kaart/map sel.].

  2. Selecteer [Map].

  3. Selecteer [Maak map].

  4. Selecteer [OK].

    • Als u de map een andere naam wilt geven, selecteert u [Wijzig mapnaam].

De naam en een map wijzigen

  1. Voer letters en cijfers naar keuze in.

    • U kunt vijf tekens invoeren.
    • Door [Input-modus] te selecteren, kunt u de invoermodus wijzigen.
    • Selecteer [Wissen] om één teken te verwijderen of druk op de knop Wissen.
    • Gebruik het instelwiel Snelinstelwiel 1 of Multicontroller om een teken te selecteren en druk vervolgens op Instellingen om het in te voeren.
  2. Verlaat de instelling.

    • Druk op de knop MENU en druk vervolgens op [OK].

Een map selecteren

  • (1) Aantal opnamen in de map
  • (2) Laagste bestandsnummer
  • (3) Mapnaam
  • (4) Hoogste bestandsnummer
  • Selecteer een map op het mapselectiescherm.
  • Vastgelegde beelden worden opgeslagen in de geselecteerde map.

Opmerking

  • Mappen

  • Mappen krijgen een naam als “100EOSR5”, met een driecijferig mapnummer gevolgd door vijf letters of cijfers. Een map kan maximaal 9999 opnamen bevatten (bestandsnummers 0001–9999). Wanneer een map vol raakt, wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt met een mapnummer dat één cijfer hoger is. Ook wanneer de bestandsnummering handmatig opnieuw is ingesteld (), wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt. Er kunnen mappen worden gemaakt met de nummers 100 t/m 999.
  • Mappen maken met een computer

  • Maak, met de kaart open op het scherm, een nieuwe map met de naam “DCIM”. Open de DCIM-map en maak hierin net zoveel mappen als u wilt om de opnamen overzichtelijk te kunnen opslaan. “100ABC_D” is het vereistse formaat voor mapnamen en de eerste drie cijfers moeten een mapnummer in het bereik 100-999 zijn. De laatste vijf tekens kunnen bestaan uit een combinatie van hoofdletters en kleine letters van A t/m Z, cijfers en een onderstrepingsteken “_”. De spatie kan niet worden gebruikt. Er kunnen niet meerdere mappen zijn die dezelfde naam met drie cijfers bevatten (bijvoorbeeld “100ABC_D” en “100W_XYZ”), ook niet als de overige vijf tekens van de naam verschillen.