Tabbladmenu's: draadloze instellingen

Draadloze instellingen 1

Draadloze instellingen 2

VOORZICHTIG

  • Draadloze communicatie is niet beschikbaar als de camera via een interfacekabel is aangesloten op een computer of een ander apparaat.
  • Andere apparaten, zoals computers, kunnen niet worden gebruikt met de camera door ze met een interfacekabel aan te sluiten terwijl de camera via Wi-Fi met apparaten is verbonden.
  • De camera kan niet via Wi-Fi worden verbonden als zich geen kaart in de camera bevindt (behalve voor [Computer]). Bovendien kan voor [Printer] en webservices de camera niet via Wi-Fi worden verbonden als er geen beelden op de kaart zijn opgeslagen.
  • De Wi-Fi-verbinding wordt verbroken als u de aan-uitschakelaar van de camera op Uitschakelen zet of als u het kaartsleufklepje of het accucompartimentklepje opent.
  • Als een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, werkt de camerafunctie voor automatisch uitschakelen niet.