Ruisreductiefuncties

Ruisreductie lange sluitertijd

Voor opnamen die worden belicht gedurende 1 seconde of langer, kan ruis (lichtpuntjes en strepen) veroorzaakt door lange belichting worden verminderd.

  1. Selecteer [Opnamen maken: Ruisred. lange sluitertijd].

  2. Stel een reductie-optie in.

    • [AUTO] Auto

      Bij een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer er ruis wordt gedetecteerd die wordt veroorzaakt door lange belichting. Deze instelling is in de meeste gevallen afdoende.

    • [ON] Inschak.

      Ruisreductie wordt toegepast bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer. Met de instelling [Inschak.] kan er ruis worden onderdrukt die met de instelling [Auto] niet kan worden gedetecteerd.

VOORZICHTIG

  • Als u [Auto] of [Inschak.] hebt ingesteld, kan de ruisonderdrukking na de opname even lang duren als de belichting voor de opname.
  • Beelden zien er mogelijk korreliger uit met de instelling [Inschak.] dan met de instelling [Uitschak.] of [Auto].
  • Als [Inschak.] is ingesteld, wordt de Live View-weergave tijdens het maken van opnamen met lange belichtingen gestopt (en kunt u geen volgende opname maken) totdat de camera klaar is met de ruisreductie. Dit wordt op het scherm aangegeven met [BUSY]. De Live View-weergave verschijnt pas wanneer het ruisreductieproces is voltooid. (U kunt niet nog een foto nemen.)

Hoge ISO-ruisreductie

Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Deze functie is met name effectief bij het maken van opnamen met hoge ISO-snelheden. Bij opnamen met lage ISO-snelheden kan de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder worden gereduceerd.

  1. Selecteer [Opnamen maken: Hoge ISO-ruisreductie].

  2. Stel het niveau in.

  • [] Ruisond. bij meerd. opn.

    Bij deze instelling wordt ruisreductie met hogere beeldkwaliteit toegepast dan bij de instelling [Sterk]. Voor elke foto worden vier opnamen achter elkaar gemaakt, uitgelijnd en automatisch samengevoegd tot een JPEG-afbeelding.

    Als de beeldkwaliteit is ingesteld op RAW of RAW+JPEG, kunt u [Ruisond. bij meerd. opn.] niet instellen.

VOORZICHTIG

  • Voorzorgsmaatregelen bij [Ruisond. bij meerd. opn.]

  • Als de opnamen door beweging van de camera erg zijn verschoven, is het effect van de ruisonderdrukking mogelijk kleiner.
  • Kijk uit voor cameratrilling als u vanuit de hand fotografeert. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
  • Als u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan.
  • Automatische uitlijning van de opnamen werkt mogelijk niet goed bij zich herhalende patronen (rasters, strepen, enz.) en opnamen in één kleur.
  • Als de helderheid van het onderwerp verandert terwijl de vier opeenvolgende foto's worden gemaakt, kan dit leiden tot onregelmatige belichting in de opname.
  • Na het maken van de opnamen kan het even duren voordat een opname op de kaart is vastgelegd na het uitvoeren van ruisreductie en het samenvoegen van de opnamen. Tijdens de verwerking van beelden worden 'buSY' en 'BUSY' weergegeven in respectievelijk de zoeker en op het scherm. Het maken van opnamen is niet mogelijk totdat de verwerking is voltooid.
  • [Ruisond. bij meerd. opn.] is niet beschikbaar bij bulb-opnamen, opnamen met AEB of witbalansbracketing, het vastleggen van RAW of RAW+JPEG-beelden of met functies zoals ruisreductie voor lange sluitertijd.
  • Flitsopname is niet mogelijk. Houd er rekening mee dat het AF-hulplicht mogelijk wordt geactiveerd, afhankelijk van instelling [Opnamen maken: AF-hulplicht].
  • [Ruisond. bij meerd. opn.] is niet beschikbaar (wordt niet weergegeven) bij filmopnamen.
  • De camera schakelt automatisch over naar [Standaard] als u de aan-uitschakelaar op Uitschakelen zet, de accu of kaart vervangt, of overschakelt naar een basismodus, bulb-belichting of filmopname.