Automatisch draadloos flitsen (Easy Wireless)

Deze instructies beschrijven eenvoudige en simpele volledig automatische draadloze flitsfotografie.

Volautomatisch opnamen maken met één externe flitser

  1. Klap de flitser met de hand uit.

  2. Selecteer [Opnamen maken: Flitsbesturing].

  3. Selecteer [Evaluatief].

    • Selecteer onder [E-TTL II meting] de optie [Evaluatief].

  4. Selecteer [Func.inst. int. flitser].

  5. Selecteer [EasyWireless].

    • Selecteer onder [Interne flitser] de optie [EasyWireless].

  6. Configureer [Kanaal].

    • Stel hetzelfde kanaal (1-4) in als de ontvanger.

  7. Maak de opname.

    • Net als bij normale flitsfotografie maakt u een opname na het configureren van de camera.
    • Om draadloze flitsfotografie te stoppen, stelt u [Interne flitser] in op [Norm.flits.].

Opmerking

  • Als u [E-TTL II meting] instelt op [Evaluatief] zult u in de meeste gevallen de standaard flitsbelichting kunnen verkrijgen. Als [Gemiddeld] is ingesteld, wordt het gemiddelde voor de gehele gemeten scène berekend. Afhankelijk van de scène kan flitsbelichtingscompensatie nodig zijn. Deze instelling is voor ervaren gebruikers.
  • [EasyWireless] is een instellingsoptie voor fotografie zonder de ingebouwde flitser, maar de flitser flitst nog steeds om de ontvangers te bedienen. Houd er rekening mee dat deze flitsen voor het bedienen van de ontvangers onder sommige opnameomstandigheden te zien kunnen zijn in uw foto's.
  • De testflitsfunctie is niet beschikbaar bij ontvangers.

Volautomatisch opnamen maken met meerdere externe flitsers

U kunt meerdere ontvangers laten flitsen alsof ze één enkele flitseenheid zijn. Dit is handig wanneer een hoge flitsoutput nodig is.

Stel deze basisinstellingen in.

  • Flitsmodus: E-TTL II

  • E-TTL II meting: Evaluatief

  • Interne flitser: EasyWireless

  • Kanaal: (gelijk aan ontvanger)

Alle flitsers worden bestuurd om te flitsen met dezelfde output en bieden standaardbelichting.

Alle ontvangers flitsen als onderdeel van dezelfde groep, ongeacht of ze zijn toegewezen aan flitsgroep A, B of C.

Flitsbelichtingscompensatie

Als de opnamen met de flitser te donker of te licht lijken, kunt u de flitsbelichtingscompensatie instellen om de flitsoutput aan te passen.

  1. Selecteer [Speedlite Flitsbelichtingscompensatie].

    • Als de opname te donker is, drukt u op de pijltjestoets Toets naar rechts om de flitsoutput te verhogen voor helderdere resultaten. Als de opname te helder is, drukt u op de pijltjestoets Toets naar links om de flitsoutput te verlagen voor donkerdere resultaten.