Sportmodus
Gebruik de modus [] (Sport) om bewegende onderwerpen te fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto.
Opnametips
-
Gebruik een telelens.
Om opnamen vanaf een afstand mogelijk te maken, wordt het gebruik van een telelens aanbevolen.
-
Volg het onderwerp binnen het gebieds-AF-kader.
Nadat u bij een zoekeropname het gebieds-AF-kader op het onderwerp hebt gericht, drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen. Tijdens het automatisch scherpstellen blijft u een zachte pieptoon horen. Als er niet kan worden scherpgesteld, gaat de scherpstelindicator knipperen.
Er wordt bij een Live View-opname een gebieds-AF-kader weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt. Nadat op het onderwerp is scherpgesteld, wordt het AF-punt blauw.
-
Maak continue opnamen.
De standaardinstelling is [] (Hoge snelheid). Druk op het juiste moment de ontspanknop volledig in om de opname te maken. Om het onderwerp te volgen en de verschillende bewegingen van het onderwerp vast te leggen, blijft u de ontspanknop ingedrukt houden om continue opnamen te maken.
VOORZICHTIG
- Bij weinig licht, wanneer de kans op cameratrilling groter is, knippert de waarde van de sluitertijd in de linkeronderhoek. Houd de camera stil en maak de opname.
- Als u een flitser gebruikt, zal de snelheid voor continue opnamen lager liggen.