Portretmodus

De modus [] (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt.

TipsOpnametips

  • Selecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond het grootst is.

    Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe waziger de achtergrond eruitziet. Ook steekt het onderwerp beter af tegen een gelijkmatige, donkere achtergrond.

  • Gebruik een telelens.

    Als u over een zoomlens beschikt, kunt u de telezijde gebruiken om het onderwerp vanaf het middel beeldvullend vast te leggen.

  • Stel scherp op het gezicht.

    Terwijl u scherpstelt voordat u gaat fotograferen, moet u ervoor zorgen dat er een AF-punt op het gezicht wordt weergegeven (in zoekeropname) of dat het AF-punt op het gezicht groen is (in Live View-opname). Wanneer u close-ups van het gezicht maakt in Live View-opnamen, kunt u [Opnamen maken: Oogdetectie-AF] instellen op [Inschak.] om een opname te maken terwijl op de ogen van het onderwerp is scherpgesteld.

  • Maak continue opnamen.

    De standaardinstelling is [] (Lage snelheid). Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, kunt u continu opnamen maken om de verschillende poses en gelaatsuitdrukkingen van het onderwerp vast te leggen.