Beëindigen van verbindingen of opnieuw verbinden

Beëindigen van verbindingen

  1. Selecteer [Gegevensoverdracht: Netwerkinstell.].

  2. Selecteer [Connectie-inst.].

  3. Selecteer [Verbreken].

    • De verbinding tussen de apparaten is verbroken.

Opnieuw verbinding maken

  1. Selecteer [Gegevensoverdracht: Netwerkinstell.].

  2. Selecteer [Connectie-inst.].

  3. Selecteer [SET*].

    • Selecteer in de opgeslagen instellingen de instellingen die u voor de verbinding wilt gebruiken.
  4. Selecteer [Verbinden].

  5. Selecteer [OK].

    • De apparaten zijn weer verbonden.
    • Als de instellingen op het doelapparaat zijn gewijzigd, herstelt u de eerdere instellingen om verbindingen door de camera mogelijk te maken.