JPEG-beelden bijsnijden

U kunt een JPEG-beeld bijsnijden en deze opslaan als een andere opname. Het is alleen bij JPEG-beelden mogelijk om een opname bij te snijden. Bijsnijden is niet beschikbaar voor HEIF- of RAW-beelden, of voor beelden van 4K-movies met beeldovername.

  1. Selecteer [Weergave: Trimmen].

  2. Selecteer een opname.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om het beeld te selecteren dat u wilt bijsnijden.
    • Druk op Instellingen om het bijsnijdkader weer te geven.
  3. Stel het bijsnijdkader in.

    • Het beeldgebied dat binnen het bijsnijdkader valt, wordt bijgesneden.
    • De grootte van het bijsnijdkader wijzigen

      Draai aan het instelwiel Hoofdinstelwiel om de grootte van het bijsnijdkader te wijzigen. Hoe kleiner het bijsnijdkader, hoe meer vergroot de bijgesneden afbeelding eruit zal zien.

    • De aspect ratio en richting van het bijsnijdkader wijzigen.

      Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om de aspect ratio van het bijsnijdkader te wijzigen.

    • Het bijsnijdkader verplaatsen

      Gebruik Multicontroller om het bijsnijdkader verticaal of horizontaal te verplaatsen.

    • Corrigerende kanteling

      U kunt de kanteling van het beeld corrigeren met ±10°. Druk op de knop INFO. Terwijl u de kanteling controleert aan de hand van het raster, draait u aan het instelwiel Snelinstelwiel (in stappen van 0,1°) of tikt u op de linker- of rechterpijl (in stappen van 0,5°) in de linkerbovenhoek van het scherm om de kanteling te corrigeren. Druk na de kantelcorrectie op Instellingen.

  4. Controleer het beeldgebied dat moet worden bijgesneden.

    • Druk op de knop Q (Quick Control). Het bij te snijden beeldgebied wordt weergegeven.
  5. Sla de opname op.

    • Druk op Instellingen en kies [OK] om het bijgesneden beeld op te slaan.
    • Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer en selecteer vervolgens [OK].
    • Als u nog een opname wilt bijsnijden, herhaalt u stap 2 t/m 5.

Waarschuwing

  • De positie en grootte van het bijsnijdkader kan veranderen, afhankelijk van de hoek ingesteld voor de kantelcorrectie.
  • Wanneer een bijgesneden opname wordt opgeslagen, kan deze niet opnieuw worden verkleind of bijgesneden.
  • Gegevens over de AF-puntweergave () en stofwisdata () worden niet toegevoegd aan de bijgesneden beelden.
  • Beschikbare aspect ratios variëren afhankelijk van het gebruik van [Weergave: Trimmen] of [Persoonlijke voorkeuze7: Voeg bijsnijdinformatie toe].