Beelden beveiligen

U kunt belangrijke opnames beveiligen om te voorkomen dat ze gewist worden.

Waarschuwing

  • Als u de kaart formatteert (), worden beveiligde opnamen ook gewist.

Opmerking

  • Als een opname eenmaal is beveiligd, kan deze niet worden verwijderd met de wisfunctie van de camera. Als u een beveiligde opname wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
  • Als u alle opnamen wist (), blijven alleen de beveiligde opnamen over. Dit is handig als u in één keer alle overbodige beelden wilt wissen.
  • Spraakmemo's kunnen worden toegevoegd aan beveiligde opnamen. Bij afbeeldingen met bestaande spraakmemo's is het opnemen van meer spraakmemo's ook mogelijk.

Individuele beelden beveiligen met de knop Beveiligen/Spraakmemo

  1. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om een beeld te selecteren dat u wilt beveiligen.
  2. Beveilig de opname.

    • Druk op de knop Beveiligen/Spraakmemo om het beeld te beschermen, waarna het wordt gelabeld met een Beveiligen-pictogram (1) bovenin het scherm.
    • Als u de beveiliging wilt opheffen en het Beveiligen-pictogram wilt wissen, drukt u nogmaals op de knop Beveiligen/Spraakmemo.
    • Als u nog een beeld wilt beveiligen, herhaalt u stap 1 en 2.

Individuele afbeeldingen beveiligen via het menu

  1. Selecteer [Weergave: Beveilig beelden].

  2. Selecteer [Selecteer beelden].

  3. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om een beeld te selecteren dat u wilt beveiligen.
  4. Beveilig de opname.

    • Druk op Instellingen om het geselecteerde beeld te beveiligen, waarna het wordt gelabeld met een Beveiligen-pictogram (1) bovenin het scherm.
    • Als u de beveiliging wilt opheffen en het Beveiligen-pictogram wilt wissen, drukt u nogmaals op de knop Instellingen.
    • Als u nog een beeld wilt beveiligen, herhaalt u stap 3 en 4.

Het bereik van te beveiligen beelden opgeven

Terwijl u de opnames in de indexweergave bekijkt, kunt u de eerste en de laatste opname voor een bereik opgeven om alle opgegeven opnames tegelijk te beveiligen.

  1. Selecteer [Selecteer reeks].

  2. Geef het bereik van de beelden op.

    • Selecteer het eerste beeld (beginpunt).
    • Selecteer vervolgens het laatste beeld (eindpunt). De beelden in het opgegeven bereik worden beveiligd en het pictogram Beveiligen verschijnt.
    • Als u nog een beeld wilt selecteren om te beveiligen, herhaalt u stap 2.

Alle opnames in een map of op een kaart beveiligen

U kunt alle opnames in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen.

  • Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in [Weergave: Beveilig beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart beveiligd.
  • Als u de beveiliging wilt annuleren, selecteert u [Wis bev. beelden in map] of [Wis bev. alle beelden op kaart].
  • Als de zoekcriteria zijn ingesteld met [Weergave: Beeldzoekvoork. instellen] (), verandert de weergave naar [Alle gev. bldn] end [Wis alle bev.].

    • Als u [Alle gev. bldn] selecteert, worden alle beelden die gefilterd zijn door de zoekcriteria beveiligd.
    • Als u [Wis alle bev.] selecteert, wordt de beveiliging van alle gefilterde beelden geannuleerd.

Opmerking

  • Het beveiligen of opheffen van de beveiliging van beelden door selectie van [Alle beelden op kaart] of [Wis bev. alle beelden op kaart] geldt voor de kaart die is geselecteerd in [Instellen: Opn.functie+kaart/map sel.] (in ofwel [Opnamen maken-opn./weerg.]/[Video-opn./weerg.] of [Opnamen maken-weergave]/[Video-weergave]).