De transportmodus selecteren

  1. Druk op de knop Transportmodus/AF-bediening (Timer 06 sec).

  2. Selecteer de transportmodus.

    • Terwijl u op het LCD-paneel aan de bovenzijde of in de zoeker kijkt, draait u het instelwiel Snelinstelwiel.
  • [Enkelbeeld] Enkelbeeld

    Wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt, wordt er slechts één opname gemaakt.

  • [Continue opname met hoge snelheid (Continue opname met hoge snelheid)] Continue opname met hoge snelheid

    Wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt, kunt u continu opnamen maken op max. circa 16 opnamen/seconde (Live View-opnamen: 20 opnamen/seconde) terwijl u de knop ingedrukt houdt, met gebruik van LP-E19 of met DR-E19 en AC-E19.

  • [Continue opname] Continue opname met gemiddelde snelheid

    Wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt, kunt u continu opnamen maken op max. circa 10 opnamen/seconde. (Live View-opnamen met [opnames maken: Sluitermodus] ingesteld op [Mechanisch]: 8,0 opnamen/seconde) terwijl u de knop ingedrukt houdt.

  • [Continue opname met lage snelheid] Continue opname met lage snelheid

    Als u de ontspanknop geheel indrukt, kunt u continu opnemen met een snelheid van max. ca. 3,0 opnames/sec. terwijl u de knop ingedrukt houdt.

  • [Eén stille opname (Eén stille opname)] Enkele, softe opname

    Maakt langzamere spiegelbewegingen en sluiterspanning mogelijk bij zoekeropnamen dan bij normale opnamen.* Er wordt geen mechanische bediening uitgevoerd totdat de ontspanknop terugkeert naar de halverwege ingedrukte positie.

    Mechanische geluiden zijn in wezen hetzelfde als bij normale opname.

  • [Softe continue opname (Softe continue opname)] Softe continue opname

    Bij zoekeropname maakt dit langzamere spiegelbewegingen en sluiterspanning mogelijk dan wanneer deze optie is ingesteld op Continue opname.* U kunt continue opnamen maken met max. circa 8,0 opnamen/seconde. (Live View-opnamen: 10 opnamen/seconde of met [Opnamen maken: Sluitermodus] ingesteld op [Mechanisch], 8,0 opnamen/seconde).

    Mechanische geluiden zijn in wezen hetzelfde als bij normale opname.

  • [Softe continue opnamen met lage snelheid (Softe continue opnamen met lage snelheid)] Softe continue opname met lage snelheid

    Bij zoekeropname maakt dit langzamere spiegelbewegingen en sluiterspanning mogelijk dan wanneer deze optie is ingesteld op Continue opname met lage snelheid.* U kunt continue opnamen maken met max. circa 3,0 opnamen/seconde.

    Mechanische geluiden zijn in wezen hetzelfde als bij normale opname.

  • [Zelfontspanner 10 sec.] (Zelfontspanner 10 sec.) Zelfontspanner: 10 sec.

    [Zelfontspanner 2 sec.] Zelfontspanner: 2 sec.

    Zie De zelfontspanner gebruiken voor het maken van opnamen met de zelfontspanner.

Waarschuwing

  • De maximale continue opnamennelheid met hoge snelheid is beschikbaar wanneer u opnamen maakt met een volledig opgeladen accu en een sluitertijd van 1/1000 seconden of korter bij maximale diafragmaopening (die varieert per lens*) bij kamertemperatuur (23 °C) met flikkerreductie uitgeschakeld.

    Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie.

  • Als u een Speedlite gebruikt, zal de maximale snelheid voor continue opnamen lager liggen.
  • Instelling van de transportmodus op Eén stille opname, Softe continue opname of Softe continue opnamen met lage snelheid heeft in feite geen effect op mechanische geluiden in Live View-opnamen of met [Ins.:Spieg. oml. m. ] ingesteld voor het opklappen van de spiegel.
  • Continue opname met hoge snelheid Continue opnamen met hoge snelheid kunnen langzamer zijn, afhankelijk van het soort voeding, de omgevingstemperatuur, de ISO-snelheid, de flikkerreductie, de sluitertijd, de diafragmawaarde, de onderwerpomstandigheden, de helderheid, het type objectief, het gebruik van de flitser, de opname-instellingen en andere omstandigheden.
  • Wanneer [opnames maken: Antiknipperopname] is ingesteld op [Inschak.] (), kan bij opnamen onder flikkerend licht de maximale snelheid voor continue opnamen lager zijn. Ook kan het interval bij continue opnamen onregelmatig worden en kan de ontspanvertraging langer worden.
  • Bij gebruik van AI Servo AF/Servo AF neemt de maximale continue opnamennelheid mogelijk af, afhankelijk van het onderwerp en de gebruikte lens.
  • De maximale snelheid bij continue opname kan lager zijn in omstandigheden met zwak licht.
  • De maximale continue opnamennelheid is lager wanneer de interne temperatuur van de camera hoog is en het pictogram van de transportmodus knippert om interne schade aan de camera te voorkomen. Een nog hogere interne temperatuur veroorzaakt door continue opnamen kan een aanzienlijk lagere maximale continue-opnamesnelheid veroorzaken en de camera kan mogelijk tijdelijk niet fotograferen totdat deze is afgekoeld. Als het pictogram van de transportmodus knippert, wordt het aanbevolen om de camera af te laten koelen met de aan-uitschakelaar op Uitschakelen.
  • Lage temperaturen kunnen ertoe leiden dat de accu erg koud wordt en het pictogram van de transportmodus kan knipperen, in welk geval de maximale continue-opnamesnelheid kan dalen.
  • Er is een langere vertraging dan gebruikelijk bij Eén stille opname, Softe continue opname of Softe continue opnamen met lage snelheid totdat de sluiter wordt ontspannen nadat u de ontspanknop volledig hebt ingedrukt.
  • Als het interne geheugen tijdens continue opnamen vol raakt, kan de continue opnamennelheid aanzienlijk afnemen omdat er tijdelijk geen opnamen meer kunnen worden gemaakt ().

Opmerking

  • De continue opnamennelheid die wordt aangegeven voor elke transportmodus is de standaard-instelling van de camera. U kunt de continue opnamennelheid voor elke transportmodus instellen in [Persoonlijke voorkeuze4: Continue-opnamesnelheid] ().