Sluitermodus

U kunt de methode voor ontspanning van de ontspanknop kiezen.

  1. Selecteer [opnames maken: Sluitermodus].

  2. Selecteer een optie.

  • Mechanisch

    Bij het fotograferen wordt de mechanische sluiter geactiveerd. Aanbevolen bij het maken van opnamen met het diafragma van een heldere lens die wijd open is.

  • Elektr. 1e grd.

    Bij het fotograferen wordt alleen de tweede gordijnsluiter geactiveerd. U kunt cameratrilling onderdrukken met [Mechanisch] afhankelijk van de opnameomstandigheden. Opmerking: als de transportmodus op Continue opname met hoge snelheid is ingesteld, wordt de mechanische sluiter gebruikt voor de tweede en volgende foto's.

  • Elektronisch

    Hiermee kunt u opnamen maken zonder sluitergeluid.

    Bij continue opnamen fotografeert de camera altijd met hoge snelheid (tot ca. 20 shots/sec.). Ook tijdens continue opnamen wordt het witte kader herhaaldelijk weergegeven.

Waarschuwing

  • Onscherpe beeldgebieden kunnen onvolledig zijn bij opnemen met het maximale diafragma bij korte sluitertijden, afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als de weergave van onscherpe beeldgebieden u niet bevalt, kunt u betere resultaten krijgen door als volgt op te nemen:

    • Fotograferen met een andere optie dan [Elektr. 1e grd.].
    • De sluitertijd verlengen.
    • De diafragmawaarde vergroten.
  • Aandachtspunten bij instelling op [Elektronisch]

  • Wees verantwoordelijk bij het gebruik van een elektronische sluiter en respecteer de privacy en het portretrecht van de persoon in kwestie.
  • Er gelden bepaalde beperkingen voor de sluitertijd. Sluitertijden langer dan 0,5 sec. zijn niet beschikbaar.
  • De continue opnamesnelheid kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
  • Bij opnamen van snelbewegende onderwerpen kan het onderwerp vervormd zijn, of bij continue opnamen met Servo AF kunnen de opnamen onscherp zijn.
  • Bij sommige lenzen en onder bepaalde opnameomstandigheden kunnen het scherpstellen van de lens en de afstelling van het diafragma hoorbaar zijn.
  • Er kunnen lichtstrepen worden weergegeven en vastgelegde beelden kunnen lichte en donkere strepen bevatten als u opnamen maakt met een elektronische sluiter tijdens het flitsen door andere camera's of onder tl-verlichting of andere flikkerende lichtbronnen.
  • Inzoomen tijdens het continue opname kan veranderingen in de belichting veroorzaken, zelfs bij hetzelfde f/-nummer. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie.
  • [Elektr. 1e grd.] wordt gebruikt voor bulb-belichting.
  • AEB-opnamen en flitserfotografie zijn niet beschikbaar.
  • Sommige functies zullen beperkt zijn, maar u kunt teruggaan naar de opname met eerdere instellingen door over te schakelen naar een andere instelling dan [Elektronisch] of door over te schakelen naar zoekeropname.