Handmatige moviebelichtingscompensatie

Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (verminderde belichting) te maken.

Zie M: Handmatige moviebelichting voor meer informatie over belichtingscompensatie wanneer de modusHandmstige moviebelichting en ISO auto beide zijn ingesteld.

  1. Controleer de belichting.

    • Druk de ontspanknop half in (Timer 06 sec) en controleer de indicator voor het belichtingsniveau.
  2. Stel de waarde voor de compensatie in.

    Langere belichting, voor lichtere beelden

    Verminderde belichting, voor donkerdere beelden

    • Draai het instelwiel Snelinstelwiel terwijl u naar de zoeker of het LCD-paneel aan de bovenzijde kijkt.
    • Als de instelling niet kan worden ingesteld, zet u de aan/uit-schakelaar op Inschakelen en draait u vervolgens aan de instelknop Snelinstelwiel.
    • Het bereik van de belichtingscompensatie is ±5 stops bij zoekeropnamen en ±3 stops bij Live View-opnamen.
    • Het bereik voor belichtingscompensatie die in de zoeker en op het LCD-paneel aan de bovenzijde wordt weergegeven, gaat tot ±3 stops. Gebruik om meer dan ±3 stops te specificeren de overeenkomstige instelling Quick Control.
  3. Maak de opname.

    • Als u de belichtingscompensatie wilt annuleren, stelt u de indicator voor het belichtingsniveau Belichtingsniveau/Belichtingsniveau in op de standaardbelichtingsindex (Standaardbelichting/Standaardbelichtingsindex).

Waarschuwing

  • Als [opnames maken: Auto Lighting Optimizer/opnames maken: Auto optimalisatie helderheid] () is ingesteld op een andere instelling dan [Uitschak.], kan het beeld er nog licht uitzien, zelfs als een lagere belichtingscorrectie is ingesteld voor donkerdere beelden.

Opmerking

  • Kan ook worden ingesteld door de Belichtingscompensatie-knop in te drukken en het instelwiel Hoofdinstelwiel of Snelinstelwiel te draaien.
  • De belichtingscorrectiewaarde blijft van toepassing, zelfs nadat u de aan-uitschakelaar op Uitschakelen hebt gezet.
  • Zet de aan-uitschakelaar op Multifunctievergrendeling om onbedoelde wijziging na het instellen van de belichtingscorrectie te voorkomen.
  • Indien de belichtingscompensatiewaarde hoger is dan ±3 stops, wordt bij het uiteinde van de indicator voor het belichtingsniveau Rechterzijde van de indicator van het belichtingsniveau/Bovenzijde van de indicator van het belichtingsniveau of Linkerzijde van de indicator van het belichtingsniveau/Onderzijde van de indicator van het belichtingsniveau weergegeven.