Selectie meetmethode

U kunt een van vier methoden selecteren om de helderheid van het onderwerp te meten.

  1. Druk op de knop Flitsbelichtingscorrectie/meetmethode (Timer 06 sec).

  2. Selecteer de meetmethode.

    • Kijk naar het LCD-paneel aan de bovenzijde of door de zoeker terwijl u het instelwiel Hoofdinstelwiel draait.
  • Meervlaksmeting Meervlaks meting

    Een algemene meetmethode die zelfs geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht. De camera past de belichting automatisch aan het onderwerp aan.

  • Deelmeting Deelmeting

    Dit is nuttig wanneer er veel helderdere lichten rond het onderwerp zijn als gevolg van tegenlicht, enzovoort.

  • Spotmeting Spotmeting

    Effectief bij het meten van een specifiek gedeelte van het onderwerp. De spotmetingscirkel wordt in de zoeker weergegeven.

  • Centrum gewicht gemiddeld Centrum gew. gemiddeld

    Van de meting over het hele gebied wordt het gemiddelde genomen, waarbij het midden van het scherm zwaarder weegt.

Opmerking

  • De camera zal de belichting standaard als volgt instellen.

    Bij Meervlaksmeting houdt u de ontspanknop half ingedrukt om de belichting te vergrendelen (AE-vergrendeling) na scherpstelling van de camera met 1-beeld AF. Met Deelmeting/Spotmeting/Centrum gewicht gemiddeld wordt de belichting ingesteld op het moment dat de foto wordt genomen (zonder vergrendeling van de belichtingswaarde wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt).

  • U kunt spotmeting koppelen aan alle AF-punten door [Persoonlijke voorkeuze1: Spotmeting gek. aan AF-p.] in te stellen op [Gekopp. aan actief AF-p.] ().
  • Met [Persoonlijke voorkeuze2: Mtmth., AE vrgr. na schrpst.] () kunt u instellen of u de belichting al dan niet wilt vergrendelen (AE-vergrendeling) als de scherpstelling is verkregen met 1-beeld AF.

Multi-spotmeting

Door specificatie van meerdere gebieden voor spotmeting kunt u een algemeen belichtingsniveau bepalen, dat is gebaseerd op het gemiddelde van de door u geselecteerde gebieden. Multi-spotmeting is beschikbaar in de modi AE-programma, AE met sluitervoorkeuze en AE met diafragmavoorkeuze.

  1. Sel de meetmethode in op Spotmeting (spotmeting).

  2. Druk op de knop Multifunctie (Timer 16 sec).

    • Richt de spotmetingscirkel over elk gebied voor de vergelijking van de belichting, de ene na de andere, en druk op de knop Multifunctie knop in elk gebied.
    • Relatieve belichtingsniveaus van elke spotmeting worden rechts in de zoeker weergegeven. Van deze niveaus wordt het gemiddelde genomen om het huidige belichtingsniveau te verkrijgen.

    • Terwijl u deze drie punten op de indicator van het belichtingsniveau als referentie gebruikt, kunt u de belichtingscorrectie in deze toestand instellen en het uiteindelijke belichtingsniveau voor het gewenste resultaat.

Opmerking

  • Spotmeting is mogelijk met maximaal acht punten.
  • Opgeslagen waarden worden in de volgende gevallen gewist.

    • Wanneer de meettimer afloopt na de laatste spotmeting (Timer 16 sec)
    • Wanneer u een van de volgende knoppen indrukt: MODE, Transportmodus/AF-bediening, Flitsbelichtingscorrectie/meetmethode, ISO, AF-puntselectie, Belichtingscompensatie of Witbalansselectie
  • Multi-spotmeting is zelfs beschikbaar wanneer [Persoonlijke voorkeuze1: Spotmeting gek. aan AF-p.] is ingesteld op [Gekopp. aan actief AF-p.] ().