Modelflits

Wanneer u op de diafragmaknop op de camera drukt, flitst de flitser ongeveer 1 seconde continu. Deze functie wordt "modelflits" genoemd. Dit is handig als u bij draadloze flitsopnamen de schaduw die door het flitslicht op het onderwerp valt en de lichtbalans (, ) wilt controleren.

  1. Druk op de scherptediepteknop van de camera.

    • De Speedlite flitst gedurende ongeveer 1 seconde continu.

Voorzichtig

  • Gebruik de modelflits niet meer dan 55 keer achter elkaar, om slijtage of beschadiging van de flitskoppen als gevolg van oververhitting te voorkomen. Nadat u het hierboven genoemde aantal keren hebt geflitst met de modelflits, moet u de flitser tenminste 50 minuten laten rusten.
  • Na dit aantal keer flitsen van de modelflits kan bij verder continu flitsen met korte intervallen een veiligheidsfunctie worden geactiveerd die het flitsen beperkt. Op flitsbeperkingsniveau 1 wordt het flitsinterval automatisch ingesteld op ongeveer 8 seconden. Neem in dat geval een wachttijd van ten minste 50 minuten in acht.
  • Tijdens Live View-opnamen is het niet mogelijk om de modelflits (door de camera te bedienen) te activeren.
  • Bij gebruik van camera's uit de EOS R-serie is het niet mogelijk om de modelflits (door de camera te bedienen) te activeren. Stel C.Fn-02 in op 1 of 2 () en gebruik de testflitsknop om modelflitsen uit te voeren.

Opmerking

  • Tijdens normale flitsopnamen of bij gebruik van de flitser als masterunit bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie/optische transmissie kunt u de modelflits geven via de testflitsknop (C.Fn-02).