Opmerkingen m.b.t. draadloze functies
Indien de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wegvalt, beelden niet vloeiend worden weergegeven of andere problemen ontstaan bij het gebruik van de wireless functie, probeer dan de volgende suggesties.
-
Installatielocatie toegangspunt en antenne
- Installeer het apparaat zodanig dat er geen mensen of voorwerpen tussen het apparaat en de transmitter kunnen komen.
- Plaats het toestel zo dicht mogelijk bij de transmitter. Wees er met name op bedacht dat bij gebruik buitenshuis regen de radiogolven kan absorberen en de verbinding kan verstoren.
-
Elektronische apparaten in de buurt
Als de transmissiesnelheid van een wireless LAN-netwerk afneemt door de invloed van de volgende elektronische apparaten, stop dan met het gebruik ervan of probeer een verbinding op te zetten op een locatie verder weg van de apparaten.
- Als er in de buurt een wireless LAN-terminal op dezelfde frequentieband als de transmitter wordt gebruikt, kan de transmissiesnelheid van de wireless LAN afnemen.
-
Toegangspoort en kanaalinstellingen
Om de prestaties van de transmitter optimaal te houden wordt aangeraden hem onder de volgende voorwaarden te gebruiken:
- Voor het maken van een verbinding in de infrastructuurmodus is het gebruik van 5 GHz-kanalen en een IEEE 802.11ac-compatibel toegangspunt aanbevolen. Bij gebruik van kanalen in de 2,4 GHz-band zijn toereikende overdrachtssnelheden mogelijk niet beveiligd voor communicatie.
- Om een connectie te maken in de toegangspoortmodus van de camera wordt aangeraden kanalen in de 5 GHz bandbreedte te gebruiken. Bij gebruik van kanalen in de 2,4 GHz bandbreedte voldoen de prestaties mogelijk niet aan de verwachting. Als de communicatiesnelheid te traag is, wordt aangeraden de infrastructuurmodus te gebruiken.
- Afhankelijk van de wet- en regelgeving in het gebied waar het product wordt gebruikt zijn sommige kanalen niet beschikbaar voor draadloze LAN-communicatie. Voor meer informatie raadpleegt u "Beperkingen draadloos LAN" in de instructies die zijn meegeleverd met het product.
-
Toelichting voor het gebruik van meerdere wireless transmitters
- Als er meerdere camera's met een wireless transmitter zijn aangesloten op een wireless toegangspunt, controleer dan of de IP-adressen van de camera's verschillend zijn.
- Als er meerdere camera's met een wireless transmitter zijn aangesloten op één toegangspunt, neemt de transmissiesnelheid af.
-
Bij het gebruik van meerdere IEEE 802.11n/g/b-toegangspunten in de 2,4-GHz band, laat u tussen elk wireless LAN-kanaal steeds een ruimte van vier kanalen. Gebruik bijvoorbeeld kanaal 1, 6 en 11, kanaal 2, 7 en 12, of kanaal 3, 8 en 13.
Wanneer IEEE 802.11ac/n/a kan worden gebruikt (op de 5 GHz-band), kunt u overschakelen op IEEE 802.11ac/n/a (op de 5-GHz band) en geeft u een ander kanaal op.