Connectie-inst. handmatig bewerken
U kunt de comm.-instellingen en functie-instellingen die zijn opgeslagen op de camera bewerken, verwijderen of instellingen toevoegen. U kunt ook de instellingen configureren die niet in de connectiewizard kunnen worden geconfigureerd, zoals die voor wanneer de FTP-server een bestand bevat dat dezelfde naam heeft als het bestand dat u hebt overgebracht.
Comm.-instellingen bewerken
-
Selecteer [: WFT-instellingen].
-
Selecteer [Handm. Instellen].
-
Selecteer [Comm.-instellingen].
-
Selecteer [NW*].
- Selecteer [Ongespec.] of selecteer de instellingen die u wilt bewerken uit de opgeslagen instellingen.
-
Instellingen wijzigen/verwijderen/controleren.
-
Wijzig
-
Selecteer deze optie om de inhoud van de connectie-instellingen individueel te bewerken.
- Als u [Wireless LAN] selecteert, kunt u de SSID van het verbindingsbestemming wijzigen.
- Selecteer [TCP/IPv4] om netwerkgerelateerde instellingen, inclusief het IP-adres, te configureren.
- Selecteer [TCP/IPv6] om instellingen voor gebruik van het IPv6-protocol te configureren ().
- Sommige items kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de comm.-instellingen.
-
-
Verwijder instellingen
-
Selecteer deze optie om comm.-instellingen te verwijderen.
- Selecteer [OK] om de instellingen te verwijderen.
-
-
Bevestig instell.
-
Selecteer deze optie om de inhoud van de comm.-instellingen te controleren.
-
Functie-instell. bewerken
-
Selecteer [: WFT-instellingen].
-
Selecteer [Handm. Instellen].
-
Selecteer [Functie-instell.].
-
Selecteer [MODE*].
-
Instellingen wijzigen/verwijderen/controleren.
-
Wijzig
-
Selecteer [FTP server] om FTP-servergerelateerde instellingen te configureren.
-
-
Verwijder instellingen
-
Selecteer deze optie om functie-instellingen te verwijderen.
- Selecteer [OK] om de instellingen te verwijderen.
-
-
Bevestig instell.
-
Selecteer deze optie om de inhoud van de functie-instellingen te controleren.
-
De directorystructuur van de doelmappen
Deze instelling is geconfigureerd in [FTP server] - [Directory structuur].
Met [Default] wordt de rootmap voor opslag van beelden gebruikt. Als u in de rootmap een submap hebt gemaakt door de instelling voor [Doelmap] te wijzigen, worden beelden in die map opgeslagen.
Als u [Camera] selecteert, wordt er automatisch een mapstructuur gemaakt die overeenkomt met die van de camera (zoals A/DCIM/100EOSR5) in de rootmap van de server voor de opslag van beelden. Als u in de rootmap een submap hebt gemaakt door de instelling voor [Doelmap] te wijzigen, wordt er in die map een mapstructuur zoals A/DCIM/100EOSR5 gemaakt voor beeldopslag.
Bestanden met dezelfde naam overschrijven
Deze instelling is geconfigureerd in [FTP server] - [Overschr. zelfde file].
Wanneer [Overschr. zelfde file] is ingesteld op [Uitschak.]
Als er al een bestand met dezelfde naam in de doelmap op de FTP-server bestaat, wordt het nieuwe bestand opgeslagen met een extensie bestaande uit een onderstrepingsteken en een nummer, zoals IMG_0003_1.JPG.
Wanneer u beelden opnieuw verzendt nadat de eerste overdracht is mislukt
Als u beelden opnieuw verzendt nadat de eerste overdracht is mislukt, wordt het bestand mogelijk niet overschreven, zelfs wanneer de transmitter is geconfigureerd om bestanden met dezelfde naam te overschrijven. In dit geval wordt het nieuwe bestand opgeslagen met een extensie bestaande uit een onderstrepingsteken, een letter en een nummer, zoals IMG_0003_a1.JPG.
Passieve modus
Deze instelling is geconfigureerd in [FTP server] - [Passieve modus].
Schakel deze instelling in voor een netwerkomgeving die wordt beschermd door een firewall. Als er sprake is van fout 41 (Kan niet verbinden met FTP server), kunt u wellicht toegang verkrijgen tot de FTP-server als u passieve modus instelt op [Inschak.].
Een doelserver vertrouwen
Configureer [Doelserver vertr.] in [FTP server].
Stel het in op [Inschak.] als u wilt verbinden met de FTP-server, zelfs als de verbonden doelserver niet kan worden vertrouwd met het rootcertificaat dat wordt gebruikt. Wees voorzichtig met de beveiliging als u deze instelling selecteert.