De transmitter is een precisie-instrument. Laat het niet vallen en stel het niet bloot aan fysieke schokken.
De transmitter is niet waterdicht. Gebruik het apparaat niet onder water.
Droog het apparaat af met een droge doek als er waterspatten op zijn gekomen. Als de transmitter is blootgesteld aan zilte lucht, veegt u deze schoon met een schone, goed uitgewrongen vochtige doek.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden, zoals magneten of elektromotoren.
Laat de transmitter niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in direct zonlicht staat. Door hoge temperaturen kan de transmitter beschadigd raken.
Neem de transmitter niet af met schoonmaakmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten. Bij hardnekkig vuil dient u de transmitter mee te nemen naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center (zie apart vel).
Plaats de transmitter niet in de buurt van chemicaliƫn die voor roest en corrosie kunnen zorgen, zoals in een chemisch laboratorium.
Raak de terminals niet met uw handen aan om schade door statische elektriciteit te voorkomen.
Raak de terminals niet met uw handen aan. Hierdoor kunnen de terminals gaan roesten. Roest kan ervoor zorgen dat de transmitter niet meer juist functioneert.
Als u de transmitter niet gebruikt, dek de terminals dan af met de meegeleverde het terminalkapje.